Hoe maak je een unieke schoolmusical?
29 augustus 2018 
27 min. leestijd

Hoe maak je een unieke schoolmusical?

De trappelende voeten van je klasgenoten in de coulissen. Het geroezemoes in de zaal. De voelbare, gezonde zenuwen aan beide kanten van het doek. Dan: de openingsmuziek! Het podiumlicht dat een fractie eerder aangaat dan dat het doek opengaat. Je kijkt snel, maar ziet net niets in de diepe, donkere, zinderende zaal vol vaders, moeders, broertjes, zusjes, opa’s en oma’s. Dit is jouw moment om te schitteren, de schoolmusical is begonnen!

Wie herkent dit gevoel niet meer? Vrijwel allemaal hebben we het beleefd, want op bijna alle Nederlandse basisscholen voert groep 8 aan het einde van het laatste schooljaar een schoolmusical op. Voor sommige leerlingen is dat het spektakelstuk waar ze jaren naar hebben uitgekeken, voor anderen is het een moetje. Voor iedere leerling is het echter spannend.

Maar misschien voor jou als leerkracht ook wel. Want hoe maak je dit bijzondere moment uniek?

Voor wie is dit blog bedoeld?

Dit blog is bedoeld voor alle leerkrachten die graag een unieke schoolmusical willen produceren. We kennen allemaal de kant-en-klaar-pakketten, die leuk zijn, maar nét dat beetje extra missen. Je wilt er voor jouw klas iets speciaals van maken. Als je dit blog hebt doorgelezen, weet je hoe je dat doet.

Het artikel loodst je stap voor stap door het maakproces heen. We beschrijven alles wat je moet weten en geven handige tips en praktijkvoorbeelden. We beginnen bij het opdoen van inspiratie en het verder vormgeven van je ideeën door middel van improvisatie. Dan komen het schrijfproces en de rol van muziek aan bod. Daarna beschrijven we waar je op moet letten bij het verdelen van de rollen. Uiteraard komen de aankleding, het repeteren en de generale repetitie aan bod, gevolgd door het ultieme moment: de voorstelling.

Eerst inspiratie…

Waar haal je je inspiratie voor een schoolmusical vandaan?

Overal. Daarom is het belangrijk dat je op alle momenten van de dag je voelsprieten hebt uitstaan. Of het nu in de supermarkt is of in de klas: potentiële verhalen kunnen overal verstopt zitten (luister ongegeneerd mensen af, wie weet wat dat oplevert!).

Een goede schoolmusical valt of staat met het idee erachter. Als dat niet klopt, gaat het verhaal wankelen en daarmee ook de presentatie. Ga op zoek naar een thema dat dicht bij jezelf staat, iets wat je raakt of iets wat om je heen leeft. Het beste is misschien nog wel om een thema te kiezen dat in de klas speelt. Of je nu voor een grote of een kleine productie gaat: houd in gedachten dat je er van begin tot einde over moet kunnen schrijven.

Tip: Verzamel het hele jaar door inspiratie voor jouw unieke schoolmusical. Als je na de kerstvakantie wilt gaan beginnen met het opzetten van de voorstelling, dan ben je te laat wanneer je onder de kerstboom gaat zitten mijmeren over je ideale thema. Op de toneelacademie leerden we om een inspiratieboekje bij te houden. Alles wat ons interesseerde en intrigeerde, plakten we erin: plaatjes, spreuken, teksten, foto’s… Na een jaar heb je een waardevol en persoonlijk boekje. Als je erdoorheen bladert, kunnen er zomaar interessante nieuwe associaties ontstaan, die je kunnen inspireren tot misschien wel een nieuw meesterwerk!

Het raamwerk opzetten

Heb je een idee, dan heb je een beginpunt. In dit stadium hoef je nog niet het hele verhaal te kennen en alles al duidelijk te hebben. Wees gerust: dat komt tijdens het proces. De reis gaat beginnen! In deze onderzoeksfase ga je op zoek naar informatie over je onderwerp. De volgende stappen helpen je daarbij:

Stap 1: maak een associatieweb

Een associatieweb (ook wel: mindmap) maak je als volgt: noteer in het midden van een groot vel papier het onderwerp of je idee in het kort. Daaromheen zet je termen die je daarmee associeert. Noteer alles wat in je opkomt. Denk er niet te veel bij na! Wie weet welk waardevol idee het meest wilde hersenspinsel later nog op kan leveren?

Stap 2: kill your darlings

Omcirkel in je associatieweb de woorden die jij het belangrijkst vindt. Daarbij beperk je je tot ongeveer vijf woorden. Die vijf woorden helpen je om een richting te ontdekken. Kill your darlings, want als je er meer dan vijf kiest, focus je niet.

Praktijkvoorbeeld: Ik maakte ooit een musical over de hippietijd. In het begin was ik behoorlijk stuurloos. Ik had geen idee waar ik inhoudelijk naartoe wilde. Het enige wat ik had waren de woorden ‘HippieTIME, live with no regrets’. Door de mindmap kwam ik erachter dat ‘tijd’ het centrale thema en een belangrijk onderdeel van de musical was. Door verder te associëren kwam ik op het achterliggende thema ‘prestatiedruk’ uit.

Stap 3: laat de groep associëren

Gebruik je eigen klas om te sparren. Vertel je leerlingen wat je idee is en waar je nog naar op zoek bent. Laat ze er maar op los associëren en schrijf alles wat je leerlingen zeggen op.

Kinderen in de basisschoolleeftijd hebben vaak het vermogen om hun fantasie echt de vrije loop te laten. Dat raken we als volwassene meestal een beetje kwijt. Ook de leefwereld van kinderen is anders dan die van jou. Alleen dat al zorgt ervoor dat ze met onverwachte invalshoeken komen. Profiteer daarvan! Uiteindelijk zorgt hun associatieproces ervoor dat het verhaal meer ‘van hen’ wordt. Daardoor zullen ze het met meer plezier en overtuiging spelen.

Je raamwerk staat. Je hebt nu een heel goede handleiding om te gaan schrijven aan je verhaal. De volgende fase breekt aan.

Maar wat als je vastzit aan een thema?: Op sommige scholen ligt het thema voor de schoolmusical al vast. Dat zie ik veel op scholen met een religieuze grondslag, waar een vooraf bepaald verhaal uit bijvoorbeeld de Bijbel of de Koran moet worden behandeld. Je hebt dat niet de mogelijkheid om (al dan niet met je leerlingen) te onderzoeken waar jullie het over gaan hebben, dus je baseert de voorstelling direct op dat verhaal. Het is dan belangrijk om je het onderliggende thema (de moraal van het verhaal) goed eigen te maken, zodat je dat goed over het voetlicht kunt brengen. Dat doe je ook op de hierboven beschreven manier, met een mindmap.

…daarna improvisatie

Waarschijnlijk sta je nu te popelen om echt te gaan schrijven aan je schoolmusical. Voordat je dat kunt gaan doen, ga je echter nog veel onderzoeken. Je checkt verschillende verwachtingen, inzichten, uitgangspunten en feiten. Je gaat heel veel in de praktijk uitproberen. Dat is handig én leuk, want op die manier kun je al in een vroeg stadium lekker aan de gang met je groep. Daardoor zul je merken dat ze bij het verhaal betrokken raken en dat de volgende fases gestroomlijnder zullen verlopen.

Het raamwerk dat de eerste fase je heeft opgeleverd, ga je allereerst vertalen naar onderwerpen voor de verschillende scènes. Belangrijk daarbij is uiteraard je globale idee van het verloop van je verhaal. Wat moet de volgorde worden van de thema’s die je hebt bedacht? En welke vorm moeten die krijgen? Voor dat laatste is improvisatie je belangrijkste leermeester. Improviseren kan bijvoorbeeld door middel van spel of met muziek.

Improviseren door middel van spel

Bij ieder woord dat uit je mindmap naar voren is gekomen, bedenk je improvisatieopdrachten. Daarna verdeel je de leerlingen in groepjes. Ieder groepje gaat met het thema aan de slag, maar allemaal vanuit een andere improvisatieoefening. De resultaten daarvan presenteren de leerlingen aan elkaar. Het is nu aan jou om je oren en ogen de kost te geven, want deze fase in het proces gaat je veel opleveren!

De leerlingen komen met zeer uiteenlopende ‘oplossingen’, die allemaal hun eigen waardevolle elementen bevatten. Laat je maar verrassen en schrijf alles op. Verwacht geen complete scènes (maar daar ben je als het goed is nu ook nog niet naar op zoek). Het is jouw taak om de subtiele elementen eruit te halen. Kijk naar de details. Dat kan bijvoorbeeld het tikken van een pen zijn, één woord, een gebaar of een beweging die je op een geniaal idee brengt voor een scène. We zijn op zoek naar richtlijnen.

Gedurende een aantal lessen bied je telkens een nieuwe improvisatieopdracht aan. Iedere opdracht heeft een ander doel. Dit doe je tot je alle punten uit de mindmap hebt verwerkt. Vaak weet je pas waar je precies naar op zoek bent, als je het ziet. Wees niet te abstract, zeker bij kinderen werkt dat niet altijd. Het is de kunst om zo concreet mogelijk te zijn, zonder dat je ze al te veel in een specifieke richting stuurt.

Praktijkvoorbeeld: Eén van de improvisatieopdrachten die ik ooit heb gegeven, was dat leerlingen hun eigen mooiste dromen mochten uitbeelden. Die moesten ze daarna plotseling veranderen in een nachtmerrie. Daar kwamen ontzettend mooie karakters uit, die het geweldig goed bleken te doen in het stuk waar we op dat moment aan werkten.

Improvisatie op muziek

Muziek kan ook een goed middel zijn. Zet muziek aan en laat de leerlingen een opdracht non-verbaal uitbeelden. Of ze daarbij gebruik willen maken van bijvoorbeeld dans, pantomime of een andere vorm, dat maakt niet uit. Alles wat ze willen zonder hun stem te gebruiken, is geoorloofd. De opdracht verzin jij. Door de kernwoorden uit je associatieweb in gedachten te houden, kun je een beetje sturen op de uitkomst.

Maar let op! Laat voldoende ruimte voor het toeval bestaan. Wees je hier ook van bewust bij de keuze van je muziek. Zonder uitzondering roept muziek stemmingen op. Een liedje kan bijvoorbeeld vrolijk, treurig, spannend, melancholisch, druk of rustgevend zijn. Ook met je muziekkeuze kun je onbewust sturen.

Tip: De non-verbale improvisatie op muziek heb ik bij alle leeftijdsgroepen ingezet, maar met name bij de jongere kinderen blijkt dit een sterk middel.

Je verhaal schrijven

Als het goed is, barst je nu van de input voor je schoolmusical. Gelukkig heb je daar gedurende het proces al behoorlijk wat structuur in aangebracht (bijvoorbeeld doordat je in de vorige fase bent gaan improviseren per trefwoord). Tijd om te gaan schrijven! Helaas betekent dat vaak dat je het meeste van je verzamelde materiaal linea recta in de papierbak kunt gooien. Je hebt zoveel informatie dat je er bij wijze van spreken soms wel twee musicals mee kunt vullen. Da’s ook mooi, want misschien kom je zo wel meteen op het idee voor het volgende schooljaar. Maar voor nu betekent het: werk aan de winkel!

Sorteren

We beginnen met sorteren. Zoek uit wat je echt wilt gebruiken. Kies de zaken die lijn geven aan je verhaal. Scheid hoofd- en bijzaken. Kies díe onderdelen die je scènes inhoud geven en die op natuurlijke wijze zorgen voor overgangen naar de andere thema’s. Deze fase kan vrij snel gaan (mits je bereid bent keuzes te maken). Het is nog niet van belang dat je je schoolmusical al van a tot z in je hoofd hebt uitgeschreven, maar wees gerust: daar ga je nu wel echt naartoe werken.

Je eerste scènes

De belangrijkste tip: begin gewoon. Begin met het schrijven van één scène. Dat hoeft niet per se de eerste te zijn. Kies de scène waarvan je vermoed dat je daarmee het meeste schrijfsucces zult hebben, dat geeft vertrouwen voor de volgende scènes.

Het heeft geen zin om in deze fase door te schrijven tot je scène perfect is, want wat is perfect? Terwijl je schrijft aan volgende scènes merk je waarschijnlijk dat je nog moet schaven aan stukken waarvan je dacht dat je er klaar mee was. Als je tevreden bent over een scène, ga je dus gewoon door met de volgende. Zo zul je langzaamaan zien dat je schoolmusical steeds meer vorm begint te krijgen.

Gaten in je stuk

Uiteindelijk bepaal je de volgorde van de scènes. Dan zie je direct waar er nog ‘gaten’ bestaan: ruimtes tussen twee scènes in de musical waar opvulling voor moet komen, om het verhaal of de overgang kloppend te krijgen. Dat kun je vaak het beste op het laatst doen, wanneer alle scènes in de steigers staan. Dan pas heb je meestal een goed beeld van wat daadwerkelijk ontbreekt. Doe je dit eerder, reken er dan op dat je jezelf extra werk op de hals haalt.

In je schoolmusical ga je natuurlijk ook muziek gebruiken. Ook dat kan een goed hulpmiddel zijn bij het opvullen van gaten. Daarover lees je meer in de volgende paragraaf.

Tip: Houd bij het schrijven altijd je doelgroep in het oog. Een scène voor kleuters ziet er compleet anders uit dan die voor kids of tieners. Dat is voor veel schrijvers knap lastig, maar gelukkig ken je als leerkracht je groep door en door. Let echter ook op wie er komen kijken! Ga op zoek naar onderwerpen en situaties die bij de belevingswereld van zowel kinderen als volwassenen aansluiten, maar schrijf altijd vanuit het kind. ‘Kinderen vs. de grotemensenwereld’ is een goed uitgangspunt: voor kinderen is dat leuk, voor volwassenen is het herkenbaar vanuit hun eigen jeugd.

De rol van muziek en dans

Wat musical van toneel onderscheidt, is natuurlijk de prominente rol die muziek, zang en dans innemen. Uiteraard geldt dit ook voor jouw unieke schoolmusical! Het is aan jou als maker hoeveel je van elke discipline aan bod wilt laten komen.

Wanneer je zelf handig bent op een instrument, heb je waarschijnlijk wel eens geprobeerd liedjes te maken. Ging dat je goed af? Mooi! Dan zul je er nu vast veel plezier aan beleven en wat helemaal leuk is: de musical wordt zo nóg persoonlijker. Ben je zelf geen doorgewinterd muzikant of danser, dan kan dit onderdeel best een beetje lastig zijn. Maar wees niet bang: er zijn voldoende manieren om daaromheen te werken!

Wanneer is muziek het juiste middel?

Je hebt tijdens het schrijven vast al een beeld gekregen van de momenten waarop muziek een goede toevoeging zou kunnen zijn. Vaak zijn dat de gaten in je script: de momenten waar je op een ‘verhalende’ manier maar moeilijk uitkomt. Het verhaal vraagt dan om muziek, om een overgang te verzachten. Of juist omdat je een soort break nodig hebt, omdat een bepaalde scène erg lang is.

Maak een schema van de momenten in jouw schoolmusical die een nummer kunnen gebruiken. Begin met het nummer waarvan je verwacht dat je er het meeste werk aan zult hebben.

Componeren

Het is erg leuk – maar zeker geen must – als je zelf de muziek voor jouw schoolmusical kunt schrijven. Als je nog geen aanknopingspunt hebt in muziek of in tekst, is het vaak het handigst om te beginnen met de muziek. De tekst vloeit daar dan uit voort en volgt dus later. Let bij het maken van je liedjes op de volgende dingen:

  • Sfeer: zorg dat het liedje dat je maakt lekker ‘valt’ in de musical. Dat de emotie in het nummer logisch voortvloeit uit wat er zich op dat moment afspeelt in het verhaal. Of dat die emotie er juist haaks op staat, omdat je het moment wilt breken. Misschien heb je bijvoorbeeld iets te veel zoetsappigheid achter elkaar gehad en moet er even wat power in je verhaal.
  • Haalbaarheid: als je zelf muzikaal bent aangelegd, is er een kans dat je te veel van je leerlingen gaat vragen als je zelf de muziek schrijft. Uiteraard ben je professioneel genoeg om je bewust te zijn van de talenten van je klas, maar het moet toch even worden benoemd. Met ingewikkelde harmonieën of ritmes ga je het jezelf en je klas lastig maken. Houd het simpel. Het ultieme doel is immers om als groep een mooi resultaat neer te zetten.

Arrangeren

Arrangeren is een vak op zich. Daarom is het een goed idee om daarvoor de hulp van professionals op dit gebied in te schakelen (tenzij je een muzikaal multitalent bent, natuurlijk). Een arrangeur zorgt ervoor dat de muziek voor verschillende instrument geschikt is. Je omschrijft de stijl van de musical en de sfeer die je voor ogen hebt. De arrangeur maakt een passend arrangement en levert een complete orkestband af, in de stijl die jij wilt.

Tip: Ben je niet zo bedreven met het zelf schrijven van muziek, maar wil je wel unieke liedjes in je schoolmusical? Dan kun je het natuurlijk ook helemaal uit handen geven en een opdracht geven voor het schrijven van de muziek. Misschien ken je een goede band of heb je een muzikale vriend die het leuk vindt om hiermee aan de slag te gaan. Je kunt ook voor een professional kiezen. Hiermee ben je vaak wel duurder uit. Ga in zee met mensen die bedreven zijn in het schrijven van muziek voor schoolkinderen. Als je dan het geld investeert, krijg je ook waar je naar op zoek was.

Werken met bestaande muziek

Een uitgelezen mogelijkheid voor een schoolmusical is het hergebruiken van bestaande pop- of musicalnummers. Het grote voordeel hiervan is dat je kunt kiezen voor nummers die al bekend zijn bij de kinderen. Daardoor voelen ze de melodie, de timing en het ritme vaak al feilloos aan. Dat is voor jou dé manier om unieke liedjes te maken die in de (vaak beperkte) beschikbare repetitietijd toch snel worden opgepikt.

Alles wat je nodig hebt is een karaokeband. Vervolgens schrijf je een eigen tekst op de muziek. Soms is het al genoeg om de bestaande tekst gedeeltelijk aan te passen om het stuk geschikt te maken voor jouw voorstelling. Het kan zelfs zo zijn dat een bestaand nummer naadloos in je verhaal past, en dat het juist een extra dimensie geeft om het onveranderd in jouw schoolmusical te gebruiken (bijvoorbeeld wanneer jouw musical over ruimtereizen zou gaan en je ‘Ik wil naar Mars’ van Kinderen voor Kinderen gebruikt).

Tip: Karaokebanden zijn onder andere te vinden op YouTube. De kwaliteit daarvan is echter heel wisselend. Wil je een goede karaokeband, zoek dan naar een betaalde versie. Karaoke-versie.nl bijvoorbeeld, heeft een groot aanbod. Daar kun je voor een paar euro muziek aanschaffen die ook nog aan te passen is in de gewenste toonsoort.

Dans

Dans (of in ieder geval: beweging) zijn onmisbaar in musicals. En wat ook leuk is: misschien heb je leerlingen in je klas die niet vooraan stonden toen de zangstemmen en het acteertalent werden uitgedeeld, maar die wél ontzettend goed kunnen dansen. Door het toevoegen van deze discipline krijgt dus vrijwel iedereen zijn moment om te shinen. Er zijn verschillende vormen van beweging denkbaar.

De choreografie: simpel of meer de diepte in?

Soms kiezen musicalmakers ervoor om bij het zingen vooral acterend te werk te gaan door de tekst uit te beelden. In dat geval geef je met een paar bewegingen emotie en betekenis aan het nummer. Deze vorm is snel in elkaar te zetten, omdat de bewegingen geen geheel hoeven te vormen. Het kost daarom weinig tijd of specialisatie.

Je kunt ook helemaal los gaan op het vlak van dans en een hele choreografie in elkaar zetten. Je kunt je dan laten inspireren door verschillende dansstijlen, zoals klassiek ballet, jazz, (musical)showdans, hiphop, modern, streetdance of tango. Het ligt aan het soort musical en het verhaal welke dansvorm het meest passend is.

Danstalent in de groep

Uiteraard kun je ‘simpel’ en ‘ingewikkeld’ elkaar ook laten afwisselen. Zo komt iedereen tot zijn recht. Door de eerste vorm van dans te gebruiken (het uitbeelden), kan iedere leerling op het podium bewegen. Je hebt echter vast ook kinderen in de groep die staan te trappelen om een solo te dansen, en die daar ook heel goed in zijn. Kijk naar de talenten van je leerlingen. Over het algemeen geldt dat kinderen meer kunnen en willen dan ze aanvankelijk laten zien, maar dat ze (zeker in deze leeftijdsfase) over een drempel heen moeten. Daag ze uit, dan komen ze vaak verder dan je zou denken!

Tip: Ook voor inspiratie op het gebied van choreografie kun je op YouTube kijken. Daar zijn heel veel choreografieën te vinden, vaak in hapklare brokken gepresenteerd door professionele dansers en choreografen. Zulke filmpjes maken het leuk en makkelijk voor je klas om een dans aan te leren. Mocht je niet zo bedreven zijn in het maken of aanleren van danspasjes, dan kun je natuurlijk ook een professionele dans- of musicaldocent inhuren.

De rolverdeling

Jouw schoolmusical begint nu echt vorm te krijgen! Het is tijd om het definitieve verhaal te delen met de groep en de poppetjes op de juiste plek te zetten.

Grote en kleine rollen

Om maar gelijk een mythe uit de wereld te helpen: er bestaan geen kleine rollen, alleen maar kleine acteurs. Vaak wordt er op basis van de hoeveelheid gesproken tekst die iemand heeft onterecht gedacht dat hij een belangrijke of onbelangrijke rol heeft. Dat is een grote misvatting! Iedereen is even belangrijk op het toneel. Je doet het samen, als één team.

Uiteraard is het voor het verhaal belangrijk dat er verschillende rollen zijn en kan niet iedereen een ‘hoofdrol’ krijgen, of precies evenveel tekst, maar daar gaat het dus niet om. Plezier en straks een mooie, leuke schoolmusical waar je met elkaar aan bijdraagt, dat is het belangrijkste.

Tip: Er zijn altijd leerlingen die dit principe lastig te begrijpen vinden en het toch nodig vinden om op de verschillen tussen rollen te wijzen. Die roep ik altijd even bij me. Ik maak er een lolletje van, dat komt meestal het beste over. Zo zeg ik bijvoorbeeld gekscherend dat we anders een productie krijgen van vijf uur en dat we daar een jaar fulltime voor zouden moeten oefenen. Of dat alle opa’s en oma’s daarvan in slaap zouden vallen. Dat snapt iedereen.

Rollen met tekst

De rolverdeling is voor de meeste leerlingen een spannende aangelegenheid waar ze vol verwachting naar uitkijken. Dat is heel begrijpelijk natuurlijk, en het is ook ontzettend fijn dat ze zo graag willen spelen. Rollen verdeel je naar het beste vermogen. Veel leerlingen hopen op een rol waarin ze veel tekst hebben, omdat dat belangrijk lijkt. Maar het is juist voornaam dat leerlingen begrijpen dat de hoeveelheid tekst niets zegt over het belang van een rol in een stuk.

Een grotere rol met tekst betekent wel automatisch dat je meer moet oefenen, ook thuis, in je eigen tijd. Wees daar van tevoren heel duidelijk over. Leg de kinderen goed uit wat een rol met tekst precies inhoudt en wat er van ze wordt verwacht. Zo kunnen kinderen zelf kiezen of ze een rol met veel tekst zien zitten en kun jij daar rekening mee houden.

Tip: Het kan ook zo zijn dat je een leerling juist wilt uitdagen, omdat je weet dat hij of zij meer in zich heeft dan er tot nu toe op het podium uitkwam. Dan kun je overwegen om die leerling toch een grotere, tekstrijkere rol te geven dan waar hij of zij om vroeg. Denk hier goed over na en houd in de gaten of je je doel bereikt.

Natuurlijke karakters

Je merkt dus dat omtrent de rolverdeling veel te doen kan zijn. Het is een belangrijke taak voor jou als theatermaker, regisseur en leraar en die moet je niet onderschatten: de juiste rol geven aan het juiste kind (ofwel: casting) is essentieel.

Als je je leerlingen en hun karakters goed kent, dan weet je grotendeels welke rol bij iemand zou passen. Is iemand van nature een clown, die veel humor heeft en die makkelijk mensen aan het lachen maakt? Of is iemand juist dramatisch heel sterk, een geweldige verteller die iedereen aan zijn lippen laat hangen? Het werkt bij amateurs het beste om de acteurs rollen te geven die ze van nature al goed kunnen spelen. Ze zullen zich daar het meest in thuis voelen. Dat zie je in het repetitieproces en bij de uitvoering terug.

Audities

Toch is het geen gek idee om een korte auditie te houden. Daarbij laat je de kinderen bijvoorbeeld om de beurt een zin opzeggen, zo duidelijk en groots mogelijk. Je geeft ze steeds een regieaanwijzing, bijvoorbeeld door ze te vragen er verschillende emoties in te leggen. Of je laat twee leerlingen een stukje dialoog opvoeren uit de tekst die al vastligt. Een paar korte zinnen zijn vaak al voldoende om de interactie te zien en horen. Zo kun je vaststellen wie er makkelijk uit z’n woorden komt, goed articuleert, natuurlijk speelt en wie er zodoende voor een bepaalde rol in aanmerking komt.

Juist bij een schoolmusical is het handig om korte audities te houden. Leerlingen hebben immers vaak nog niet veel spelervaring en je hebt als leerkracht waarschijnlijk ook niet veel met je klas aan toneel kunnen doen gedurende het jaar. Hoe kom je er anders achter hoe een leerling het op het podium doet?

Tip: Het is belangrijk om snel tot een goede rolverdeling te komen. Blijf niet te lang uitproberen. Bij twijfel: schakel hulp in! Laat bijvoorbeeld een collega meekijken. Een goede verdeling van de rollen zorgt ervoor dat iedereen veel plezier heeft gedurende het proces. Dat scheelt veel repetitietijd en onnodige vertraging of frustratie.

Repeteren

Het verhaal staat, de rollen zijn verdeeld, nu kom je in een fase waar je waarschijnlijk al die tijd al naar uitkeek: het repeteren! Het is toch een bijzonder moment als je kunt gaan uitproberen hoe jullie hersenspinsels er daadwerkelijk op een podium uitzien. Maar hoe pak je dat eigenlijk aan, zo’n repetitiefase?

Repeteren op school

Waarschijnlijk heeft je klas al een behoorlijk duidelijk beeld van het verhaal van hun schoolmusical, maar het is een goed idee om gezamenlijk hetzelfde startpunt te hebben. Daarom begin je ermee om met de klas het script in het geheel door te lezen. Ieder leest zijn eigen rol. In dit stadium is regie nog niet aan de orde.

Daarna volgt een repetitieplan: in welke volgorde ga je de scènes repeteren? Het meest logisch lijkt het om het verhaal chronologisch door te nemen, maar er zijn situaties waarin het handiger is om scènes kriskras door elkaar te spelen, bijvoorbeeld omdat je op bepaalde momenten niet de hele groep tot je beschikking hebt. Als je hier van tevoren goed over nadenkt, weet iedereen wanneer welke scènes aan bod komen. Bovendien zorg je er zo voor dat iedere leerling voldoende repetitietijd heeft om zich zijn rol eigen te maken.

Als je eenmaal echt van start bent gegaan met repeteren, zal blijken dat sommige leerlingen zo enthousiast zijn dat ze na een week het hele stuk al van buiten kennen! Een enkeling moet even op gang worden geholpen. Mocht ondanks je zorgvuldige rolverdeling en duidelijke afspraken over het oefenen blijken dat een speler steeds vastloopt, dan heb je nu nog voldoende tijd om het repetitieproces bij te sturen. Kijk daarom goed wat de onderliggende reden is. Zo kun je er goed op reageren door tijdig het repetitieproces bij te sturen.

Thuis oefenen

Ook thuis zal er veel moeten worden geoefend, maar je hoeft het niet te overdrijven. Vijf minuten per dag is meestal al voldoende. Afhankelijk van de grootte van de musical en de betreffende rol, zal er meer of minder zelfstandig thuis moeten worden geoefend.

Betrek ouders bij wat de kinderen moeten oefenen. Omdat je gedurende de lesweken natuurlijk meer stof met je klas moet doornemen dan alleen de schoolmusical, is het fijn als het repeteren ook thuis doorgaat. Daarmee voorkom je dat je steeds terug bij af bent op de momenten dat je wél kunt repeteren. De meeste ouders vinden het erg leuk om met hun kind te oefenen. Bovendien schept het voor hen meteen een connectie met de show.

Tip: Hang het repetitieschema in het lokaal. Daarnaast kun je het schema, de teksten, de liedjes, het script, wat filmpjes en ander materiaal ook digitaal met ouders delen. Dat kun je doen via e-mail, Dropbox of WeTransfer. Je leerlingen hebben dan alles overzichtelijk bij elkaar staan. Zo kunnen ze ook thuis met hun ouders lekker oefenen wanneer ze dat willen.

Smoesjes

Als iemand zijn teksten niet kent omdat die niet goed of helemaal niet heeft geoefend, spreek diegene daar dan op aan. Veel kinderen zijn meesters in het verzinnen van smoesjes: ‘Ik moest de hond uitlaten’, ‘Ik had ballet, muzieklessen, kinderfeestjes…’ noem het maar op. Je kunt dan terugvallen op de gemaakte afspraak van vijf minuten per dag repeteren (en iets meer bij grotere rollen).

Leg uit dat vijf minuten echt niet veel zijn, en dat hij of zij die tijd écht wel ergens kan vinden, al is het maar tijdens het tandenpoetsen. Toneelspelen en optreden betekent ook discipline opbouwen. Meestal is dit voldoende.

Vastlopers en helpers

Mochten sommige kinderen toch blijven haperen of steeds hun teksten vergeten, dan is het goed om een back-up in te zetten. De back-up is iemand die tijdens het repeteren heeft laten zien zijn teksten goed te kennen (die enthousiaste leerling dus). Vaak staan die kinderen te springen om te mogen helpen! Deze back-up mag de andere leerling helpen als ondersteuning door samen de tekst op te zeggen. Het is belangrijk dat de haperende leerling weet dat de tekst van hem blijft, maar dat er ondersteuning is als hij of zij hem even vergeet, zodat de scène door kan gaan.

Dit werkt in de praktijk vaak zo goed, dat ook andere leerlingen die teksten ineens bewuster kennen. Wat belangrijk is, is dat iedereen beseft dat de groep als geheel verantwoordelijk is voor de scènes en het verloop daarvan. Je doet het immers samen en dat betekent ook dat je elkaar soms moet helpen als iemand het even niet meer weet.

Levenslessen tijdens het repeteren

Regelmatig valt in het begin de scène stil omdat een speler de tekst vergeet, waardoor niemand weet hoe het verder moet. Hoopvol zit de groep je dan aan te kijken voor het ontbrekende zinnetje. Ook hoor ik op die momenten weleens iemand roepen: ‘Maar zij moest eerst nog wat zeggen, ze is de tekst vergeten’, niet wetende wát diegene dan zou hebben moeten zeggen of doen.

In plaats van enkel te wijzen, leer ik ze om samen te werken en elkaar te helpen. Dat vergroot hun bewustzijn en het teamverband. In het begin stuur je uiteraard zo direct mogelijk bij, help je met de tekst en geef je veel aanwijzingen zodat ze de scène kunnen spelen. Dat bouw je echter al snel af, zodat ze op eigen benen leren staan en samen tot een oplossing komen. Én daarop leren vertrouwen. Door zenuwen kan iemand altijd iets vergeten, dat is helemaal niet erg. Maar de scène moet wel doorgaan. Daarvoor heb je je collega die bijspringt als het nodig is en vice versa. Deze waardevolle levenslessen leren je leerlingen tijdens de repetities van hun schoolmusical, een mooie bonus!

De diepte in

Als iedereen zijn rol door en door kent, dan ga je lekker spelen met je klas en kun je aan de verdieping gaan werken. Bij het repeteren zul je als vanzelf merken dat er nog aan de rollen of scènes wordt bijgeschaafd. Wees daar altijd flexibel in, maar houd wel de rode draad en continuïteit in de gaten. Het is een natuurlijk proces: al doende zul je soms nog besluiten om dingen die toch niet lekker of natuurlijk lopen te schrappen. Zo zullen er ook nieuwe dingen tijdens het repetitieproces spontaan ontstaan, die je in het verhaal wilt verwerken. Soms wordt er ineens een heel nieuw licht op een tekst geworpen, waardoor een aardige scène ineens briljant wordt!

Tip: Het kan voorkomen dat je gedurende het proces veel met afzonderlijke subgroepjes hebt moeten werken. Zorg ervoor dat je al ruim voor de generale repetitie er tijd voor maakt om de groepen te integreren. De dynamiek met verschillende groepen kan ineens heel anders zijn, vooral als de groepen samenkomen tijdens een scène met veel muziek of dans. Daarom is het goed om iedereen al even met elkaar te laten oefenen voordat de generale daar is.

De aankleding

De aankleding van de schoolmusical is voor kinderen vaak erg belangrijk. Daarom vinden ze het ook maar wát leuk om betrokken te worden bij het maken daarvan. Bovendien zorgt al dat meehelpen ervoor dat ze nóg meer de sfeer van de show proeven en er ze meer bij betrokken raken. Ook ouders zijn trouwens vaak graag bereid om mee te helpen.

Kostuums en grime

Ga voor de kostuums allereerst eens na hoe gek het allemaal moet. Als je een musical maakt over een dierentuin en de leerlingen allemaal dieren vertolken, zou het ingewikkeld kunnen zijn om aan goede kostuums te komen. Maar wanneer het verhaal over een reclamebureau gaat, kun je veelal gebruikmaken van het ‘gewone kloffie’ van de leerlingen uit je groep. Hooguit breng je daar wat opvallende details op aan. Met make-up kun je ook erg veel benadrukken. Er zijn vast ouders op school die handig zijn op de naaimachine of met schmink. Maak daar gebruik van. Ook zou je de lessen handvaardigheid hieraan kunnen besteden.

Decor

Jullie beschikken op school vast over decorpanelen die je kunt beschilderen. Ook hierin schuilt een mooie handvaardigheidles. Hebben jullie die niet? Wend je dan weer tot bereidwillige ouders met een goed geoutilleerde gereedschapskist. Is er geen plek voor decorpanelen in de aula, dan kun je nadenken over wat je kunt bereiken met wat er wél is. Met een beamer of een Digibord waarmee je achtergronden laat zien, kom je al snel een heel eind. Wat ook leuk is, is dat je daarmee stukjes film kunt laten zien. Soms past dat heel goed in je schoolmusical.

Attributen

Als je tijdig begint met inventariseren welke attributen nodig zijn, dan kun je vast veel gebruiken dat je zelf thuis al hebt (of een van je leerlingen). Mis je dan nog spullen? De beste plekken om goedkoop aan rekwisieten te komen, zijn de kringloopwinkel, rommelmarkten en de Action.

Tip: Je kunt niet alles zelf of met de hulp van leerlingen en ouders realiseren, maar een groot budget heb je waarschijnlijk ook niet. Op Marktplaats, Ali Express en Deal Extreme kun je goedkoop aan prullaria komen om de boel aan te kleden. De laatste twee zijn Chinese sites, die overigens ook veel goedkope kostuums verkopen. Ze berekenen geen verzendkosten, maar de levertijd kan wel oplopen tot enkele weken. Op tijd bestellen dus!

De generale repetitie

Een generale repetitie is doorgaans de laatste repetitie voor het optreden zelf. In een ideale wereld speelt je klas de voorstelling tijdens een generale zoals het voor publiek ook moet zijn: van het begin tot het eind achter elkaar door, met techniek en licht, zonder stops tussendoor.

De praktijk

In de praktijk gaat dit vaak anders, zeker als je met kinderen werkt die voor het eerst op een podium staan. Je hebt als regisseur bij de generale dan een actieve rol. Je wijst iedereen zijn plek op het toneel aan, je schuift kinderen naar voor of naar achter, je wijst op attributen die worden vergeten, enzovoort. De generale repetitie is onmisbaar! Omdat iedereen zich ervan bewust is dat dit eigenlijk al ‘het’ moment is, is iedereen extra alert. Die vibe is op een andere manier niet te benaderen. Zonder een generale loopt een voorstelling vaak mis. Je probeert zo min mogelijk stops tussendoor te maken, maar zoals gezegd ontkom je daar bijna niet aan.

Blijf kalm

Dat een generale soepeltjes verloopt is in mijn ervaring een utopie. Wees dus niet meteen verontrust als blijkt dat het niet loopt zoals was gepland, als er ineens dingen vergeten worden die anders nooit vergeten worden of als leerlingen verdwaasd op het toneel staan. Voor een buitenstaander kan zo’n repetitie zelfs chaotisch lijken, maar zolang jij het overzicht behoudt is er niets aan de hand. Het hoort er allemaal bij en het is geen reden tot paniek. Het maakt iedereen meestal juist scherp, waardoor er een grote kans is dat het tijdens de voorstelling wél goed gaat.

De voorstelling!

Dan is het eindelijk zover: de dag van de voorstelling breekt aan! Het moment suprême. Na al het harde werk van de voorbereiding moet je het nu uit handen geven.

Hoe krijg je iedereen op scherp?

Veel kinderen komen al helemaal in de stemming op het moment dat de kostuums aan gaan en de schmink wordt aangebracht. Toch kunnen een aantal tips om iedereen klaar te stomen voor het podium geen kwaad:

  • Speel concentratiespelletjes met de groep.
  • Zing de liedjes nog even door of doe in ieder geval oefeningen die de stemmen opwarmen.
  • Fris nog even wat teksten op bij leerlingen van wie je weet dat ze er moeite mee hebben. Doe dat echter op een speelse manier, want vaak zijn de zenuwen al torenhoog.
  • Over zenuwen gesproken: sommige kinderen hebben acuut last van podiumvrees of faalangst. Het is natuurlijk ook spannend! Stel het kind gerust door dingen te zeggen als: ‘Dat is heel normaal. Waarschijnlijk vallen de zenuwen van je af op het moment dat je op het podium stapt. Je hebt heel hard geoefend en je kent je rol van haver tot gort. Er is niets om je zorgen over te maken. Je moet gewoon even een drempel over.’
  • Last but not least: wens ze veel succes en nog meer plezier!

Achter de schermen

Zorg voor voldoende hulp. Niet alleen voor aanvang van de voorstelling, maar ook tijdens de show achter de coulissen. Heb je een grote productie, dan zul je meer hulp nodig hebben dan bij een kleine presentatie. Ook hier geldt weer dat ouders het vaak leuk vinden om te helpen. De schoolmusical is immers een heel belangrijk deel van het afsluiten van de basisschooltijd! Als je gebruikmaakt van een hulpteam, instrueer je team dan voortijdig.

En als een kind van de spanning echt niet durft? Dat gebeurt niet vaak, maar het kan de beste artiesten overkomen. Dwing het kind niet. Ik laat diegene rustig bij mij in de coulissen of aan de zijkant zitten en probeer hem of haar aan te moedigen om er op een geschikt moment weer bij te komen. (Er is tot nu toe nooit een kind niet op geweest!)

Na de buiging

Je acteurs hebben het supergoed gedaan, dus is het leuk als je zorgt voor een cadeautje voor hen allemaal. Jullie schoolmusical is natuurlijk een echte theatervoorstelling en daarbij horen bloemen. Om het persoonlijker te maken, kun je er een gepersonaliseerd kaartje aan hangen of een presentje geven dat bij het thema past.

Vergankelijkheid musicalthema

Ten slotte

Hopelijk heb je door dit blog een beeld gekregen van hoe leuk het is om voor jouw groep een eigen, unieke schoolmusical te ontwikkelen. Mis je nog informatie in dit stuk? Laat het ons dan alsjeblieft weten! We helpen je graag verder.

Reactie plaatsen